Gepubliceerd op 04-12-2017

onbezorgd

betekenis & definitie

onbezorgd - Bijvoeglijk naamwoord
1. onbekommerd, niet door zorgen geplaagd
Door de aanranding kunnen zij niet langer onbezorgd genieten van een boswandeling.
2. niet afgeleverd op de bestemming
De postbode vond aan het eind van zijn ronde nog een onbezorgd pakje in zijn auto.
3. (verouderd) zonder verzorging
Na zijn plotselinge dood bleven zijn vrouw en kind onbezorgd achter.

Woordherkomst
afgeleid van bezorgd met het voorvoegsel on-
*[1] cognaat met Duits unbesorgt
*[2, 3] van het voltooid deelwoord van bezorgen