onbezorgd - Bijvoeglijk naamwoord
1. onbekommerd, niet door zorgen geplaagd
♢ Door de aanranding kunnen zij niet langer onbezorgd genieten van een boswandeling.
2. niet afgeleverd op de bestemming
♢ De postbode vond aan het eind van zijn ronde nog een onbezorgd pakje in zijn auto.
3. (verouderd) zonder verzorging
♢ Na zijn plotselinge dood bleven zijn vrouw en kind onbezorgd achter.
Woordherkomst
afgeleid van bezorgd met het voorvoegsel on-
*[1] cognaat met Duits unbesorgt
*[2, 3] van het voltooid deelwoord van bezorgen
Gepubliceerd op 04-12-2017
onbezorgd
betekenis & definitie