Gepubliceerd op 04-12-2017

normaal

betekenis & definitie

normaal - Bijvoeglijk naamwoord
1. gangbaar, gewoon
Dat is een normale manier om een aanbod af te slaan.
2. als norm dienend
3. (wiskunde) (natuurkunde) loodrecht (normaalkracht, normaalvector)

normaal - Zelfstandignaamwoord
1. (wiskunde) loodlijn
2. (meteorologie) gemiddelde waarde over een lang tijdsverloop
3. benzine met een lager octaangetal dan superbenzine

Woordherkomst
afgeleid van norm met het achtervoegsel -aal