Gepubliceerd op 04-12-2017

nok

betekenis & definitie

nok - Zelfstandignaamwoord
1. (bouwkunde) het hoogste gedeelte van een schuin dak
2. (bouwkunde) horizontale snijlijn van twee dakschilden
3. (motortechniek) een uitstulping op een as waarmee het openen en sluiten van de kleppen wordt gestuurd
Een nokkenas met versleten nokken.

Verwante begrippen
inlaatklep, klepspeling, kleptiming, klepveer, lichthoogte, sleper, stoterstang, uitlaatklep, verbrandingsmotor