mulat

betekenis & definitie

mulat - Zelfstandignaamwoord
1. (persoon) iemand die geboren is uit een zwarte en een blanke ouder
♢ Cobain vond niets zo vervelend als gezien worden als woordvoerder van de apathische generatie. Wat dan weer typisch is voor de woordvoerder van de apathische generatie. Hij meende het, en tegelijk niet. Dit is het tijdperk van MTV en de ironie. Cobain verstond de kunst om met de grootst mogelijke ernst de grootste onzin te verkopen. Het gaat nergens over, en dus over alles. Projecteer wat je wil. En zo vond de wereld in Cobain een beschermheilige voor de outcast, de gepeste kinderen, de mulat en de albino.
♢ Ze heeft een naam voor elke sociale gelegenheid, Dido Elizabeth Belle (1761-1804), dochter van een Britse zeevaarder en Afrikaanse slavin. Haar vader, die haar in het 18de-eeuwse Engeland laat opgroeien in het landhuis van zijn elitefamilie, noemt haar liefkozend Belle. De rest van de familie gaat voor Dido. Buitenshuis, op latere leeftijd, is ze miss Lindsey. En dan zijn er nog de kwaadsprekers die foeteren over een mulat, kind van een blanke vader en zwarte moeder.

Woordherkomst
van het Portugeese woord mulato "halfbloed"

Synoniemen
halfbloed, dubbelbloed