Gepubliceerd op 04-12-2017

monnikskap

betekenis & definitie

monnikskap - Zelfstandignaamwoord
1. kap van een monnikspij
2. (bouwkunde) met de wind meedraaiende kap op een schoorsteen, een gek
3. (plantkunde) (medisch) Aconitum een geslacht van vaste planten uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae) waarvan de leden zeer giftig zijn en een kapvormig bovenste bloemblad hebben en waarvan sommigen o.a. worden gebruikt in zalven tegen zenuwpijnen

Woordherkomst
samenstelling van monnik en kap met het invoegsel -s-

Verwante begrippen
akoniet, blauwe monnikskap