Gepubliceerd op 04-12-2017

mist

betekenis & definitie

mist - Zelfstandignaamwoord
1. (meteorologie) laaghangende bewolking die het zicht belemmert
Loopt het zicht verder terug dan 1 km, dan spreekt men van mist.

mist - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van missen
♢ Jij mist
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van missen
♢ Hij mist
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van missen
mist!

mist - Bijvoeglijk naamwoord
1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van mis

Zie ook
Mist