middag - Zelfstandignaamwoord
1. (tijdrekening) het midden van de dag, 12.00
♢ In het hele taalgebied verwijst middag naar het midden van de dag, het middaguur.
2. (tijdrekening) het gedeelte van de dag tussen 12.00 en 18.00 uur
♢ In de middag zijn de meeste mensen nog aan het werk.
3. (figuurlijk) het midden van het leven
Woordherkomst
samenstelling van mid (midden) en dag
Uitdrukkingen en gezegden
♦ [3] de middag van het leven
de middelbare leeftijd
Synoniemen
[1] noen
Antoniemen
[2] morgen, ochtend, voormiddag
Verwante begrippen
[2] dag, etmaal, morgen, avond, middernacht, nacht
Gepubliceerd op 04-12-2017
middag
betekenis & definitie