manisch - Bijvoeglijk naamwoord
1. (medisch) ziekelijk aanleggen|aangelegd (opgewonden psychische toestand)
Woordherkomst
Mogelijkerwijs afgeleid van maanziek.
afgeleid van manie met het achtervoegsel -isch
Gepubliceerd op 04-12-2017
manisch
betekenis & definitie