loeder - Zelfstandignaamwoord
1. gemeen persoon
♢ Mijn vader is de dader en mijn moeder is een loeder, vond de boze puber.
♢ Een man die op Jan Wolkers lijkt vertelt dat zijn overleden vrouw soms „door het huis spookt”, dan liggen er ineens dingen op de grond. „Dan zeg ik: waar ben je mee bezig geweest, loeder!”
2. lokaas
Woordherkomst
verlokkende gestalte
Synoniemen
kreng, deugniet, doerak, ellendeling, feeks, gemenerik, klootzak, kwelgeest, rotzak, schurk, smeerlap
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: