liggen - Werkwoord
1. (inerg) zich horizontaal in toestand van rust gelegd hebben
♢ Hij heeft een tijdje op bed gelegen.
2. ergatief op een bepaalde plaats bevinden
♢ Dat is mooi gelegen daar.
3. (auxl) ~ te: duratief hulpwerkwoord: iets doen terwijl men ligt
♢ Hij lag vredig te dromen toen de bliksem insloeg.
♢ Hij heeft daar nog lang over liggen nadenken.
Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: licghen
Oudernederlands: liggen
Germaans: *ligjanan
Indo-Europees: *legʰ-.
Verwante begrippen
[2] (van mensen) wonen
Gepubliceerd op 04-12-2017
liggen
betekenis & definitie