lawaai - Zelfstandignaamwoord
1. luid en storend geluid
♢ Er was een feestje boven en er werd tot in de kleine uurtjes flink lawaai gemaakt.
lawaai - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lawaaien
♢ Ik lawaai
2. gebiedende wijs van lawaaien
♢ lawaai!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lawaaien
♢ lawaai je?
Woordherkomst
Mogelijk een verbastering van het Franse l'aubade (de morgengroet).
Verwante begrippen
geschreeuw, herrie, kabaal, laweit, rumoer, tumult, geluidshinder
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: