Gepubliceerd op 04-12-2017

koek

betekenis & definitie

koek - Zelfstandignaamwoord
1. (voeding) een baksel uit de oven met als belangrijkste ingrediënt deeg. Er zijn veel varianten, bijvoorbeeld met chocola, rozijnen of glazuur
2. min of meer platte, samenhangende massa

koek - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koeken
♢ Ik koek
2. gebiedende wijs van koeken
koek!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koeken
koek je?

Uitdrukkingen en gezegden
Koek en ei

Koek en ei zijn
Het weer goed gaan
♦ Iets voor zoete koek slikken
Iets zomaar geloven

Verwante begrippen
heraldiek