Gepubliceerd op 04-12-2017

keigoed

betekenis & definitie

keigoed - Bijvoeglijk naamwoord
1. heel erg goed
Verhoevens ontroerende filminstallatie is nog tot het einde van SPRING Utrecht te zien en zo kort als het duurt nu al een van de beste ervaringen van de vierde editie van het fusiefestival, in 2013 voortgekomen uit Springdance en Festival aan de Werf. Nog steeds is de identiteit van het festival wat diffuus, maar de cross-over is in elk geval een vaste waarde. Een verrassend voorbeeld daarvan is Concrete van de Franse danseres/choreografe Maud Le Pladec. Eerder dan een interessante dansvoorstelling, creëert zij een visuele, choreografische verrijking van een keigoed concert van het Ictus Ensemble, dat ‘postminimalistische’ composities van Michael Gordon speelt. Met kleurwisselingen en stroboscoopeffecten is het overdonderende lichtontwerp (Sylvie Mélis) beeldbepalend en even belangrijk als de dans, die opmerkelijk genoeg vooral boeit als de dansers tot (bijna) stilstand komen.

Woordherkomst
samenstelling van kei en goed

Synoniemen
(jongerentaal) reuzegoed, steengoed, supergoed, cool, retegoed, supercool, supertof, wreed, keigaaf, keinijg, keitof, geweldig, uitstekend, kicken, lauw