Gepubliceerd op 04-12-2017

juf

betekenis & definitie

juf - Zelfstandignaamwoord
1. (onderwijs), (informeel) lerares van een lagere school of peuterklas
Dat mochten we niet van de juf.
Kaspar kwam zuchtend uit de peuterklas en zei: we moesten weer zo hard werken van de juf!.
2. jonge vrouw, meisje
Ja, dat is een leuk juffie geworden.
Regering van Suriname gaat niet door de knieën voor jufje Herfkens.

Synoniemen
[1] onderwijzeres, lerares, juffrouw, kinderjuf, kinderjuffrouw
juffrouw

Antoniemen
meester