juf - Zelfstandignaamwoord
1. (onderwijs), (informeel) lerares van een lagere school of peuterklas
♢ Dat mochten we niet van de juf.
♢ Kaspar kwam zuchtend uit de peuterklas en zei: we moesten weer zo hard werken van de juf!.
2. jonge vrouw, meisje
♢ Ja, dat is een leuk juffie geworden.
♢ Regering van Suriname gaat niet door de knieën voor jufje Herfkens.
Synoniemen
[1] onderwijzeres, lerares, juffrouw, kinderjuf, kinderjuffrouw
juffrouw
Antoniemen
meester
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: