inzoute - Werkwoord
1. (in een bijzin) aanvoegende wijs tegenwoordige tijd van inzouten
♢ Het Vet dezer Dieren is in 't eerst zoo zoet als merg, doch binnen weinige dagen word het rans, tenzy men het inzoute, wanneer het veel langer kan goed blyven.
inzoute - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van inzout
Woordherkomst
[werkwoord] stam van het werkwoord inzouten, dat niet wordt gescheiden in een bijzin, met de uitgang -e
[bijvoeglijk naamwoord] afleiding van het versterkend voorvoegsel|versterkte bijvoeglijk naamwoord inzout met de uitgang -e
Gepubliceerd op 04-12-2017
inzoute
betekenis & definitie