Gepubliceerd op 04-12-2017

innerlijk

betekenis & definitie

innerlijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. wat betreft het geestesleven
De volledig uitgeruste Spa [sic] biedt gasten de kans om te herstellen van de harde buitenwereld en het terug vinden van hun innerlijke harmonie.

Woordherkomst
afgeleid van inner met het achtervoegsel -lijk