Gepubliceerd op 04-12-2017

ingericht

betekenis & definitie

ingericht - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van inrichten

ingericht - Bijvoeglijk naamwoord
1. voorzien van meubelen en andere zaken die noodzakelijk zijn om in een ruimte te kunnen wonen
Wij huurden een volledig ingerichte tent, omdat we in onze kleine auto onmogelijk zelf alle kampeerspullen konden meenemen
De leden van het corps diplomatique huren vaak een ingericht appartement omdat ze meestal maar tijdelijk op ergens wonen en werken.