Gepubliceerd op 31-10-2017

voorzien

betekenis & definitie

voorzien - Werkwoord
1. (ov) een profetische blik hebben
Hij voorzag dat dit tot ongelukken zou leiden.
2. (ov) ~ van: voorzorgen treffen
U bent voorzien van alle nodige spullen.

voorzien - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van voorzien
1. vormt de voltooide tijden
Daarin was al voorzien.
2. attributief gebruikt
De voorziene toeloop bleek wat tegen te vallen.

Woordherkomst
samenstelling van voor(bijwoord) en zien(werkwoord)

Antoniemen
onvoorzien