Gepubliceerd op 04-12-2017

huiverachtig

betekenis & definitie

huiverachtig - Bijvoeglijk naamwoord
1. geneigd zijn tot huiveren, huivering verwekkende
Het mocht wel een huiverachtig] schouwspel genoemd, voor wie in de vallende duisterns deze wagen met de doodskist zag rijden, gevolgd door een vrouw met hoog opgezwollen buik, te paard, en om haar heen zwijgende monniken die brandende toortsen droegen. (Uit: Het Geuzenboek van Louis Paul Boon)

Synoniemen
angstig, bang, laf