Gepubliceerd op 04-12-2017

handloze

betekenis & definitie

handloze - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van handloos
lets van die sfeer moet zijn blijven leven in de gedachten van de jongen Marcel, geboren met een handloze arm en daarom door enkele dorpsbewoners geschuwd.

Woordherkomst
handloos met de uitgang -e