Gepubliceerd op 04-12-2017

haaks

betekenis & definitie

haaks - Bijvoeglijk naamwoord
1. (wiskunde) onder een rechte hoek
Hij stak niet op haakse wijze de straat over en dat is niet aan te bevelen.
2. (figuurlijk) sterk afwijkend, rechtstreeks tegen iets in gaand, tegendraads
Het bestuur vindt dat geen goed voorstel, het staat haaks op het huidige beleid dat breed wordt gesteund.

Woordherkomst
Afgeleid van haak met het achtervoegsel -s

Uitdrukkingen en gezegden
hou je haaks!
doe geen verkeerde dingen, gedraag je!

Synoniemen
[1] rechthoekig, orthogonaal
[2] dwars

Antoniemen
[1] evenwijdig, parallel, scherphoekig, stomphoekig

Verwante begrippen
winkelhaak, blokhaak, tekenhaak