Wat is de betekenis van haaks?

haaks - Bijvoeglijk naamwoord 1. (wiskunde) onder een rechte hoek ♢ Hij stak niet op haakse wijze de straat over en dat is niet aan te bevelen. 2. (figuurlijk) sterk afwijkend, rechtstreeks tegen iets in gaand, tegendraads ♢ Het bestuur vindt dat geen goed voorstel,...

haaks - bijvoeglijk naamwoord 1. in een rechte hoek ten opzichte van elkaar ♢ deze twee planken staan haaks op elkaar 1. hou je haaks! [sterkte!] 2. onze meningen staan haaks op...

(bw) KR - bij het kniebuigen (powerliften) met de bovenbenen horizontaal (parallel) zijn doorgezakt, wat niet voldoende is (sanctie: misbeurt)

Haaks is een hoek van 90° makend.

reghoekig; vyandig.

adj. & adv., heaks(k), kant, yn ’e heak; niet —, ût ’e heak.

...

bw., (timm.) volgens (of in) de (winkel)haak, rechthoekig: haaks er op ; een balk haaks af werken; —; vervolg, ook als bn.: dat hout is niet haaks.

heten de banken, die in de Noordzee ten W. voor het zeegat van Den Helder gelegen zijn. Het Westgat en de Breewijd verdelen haar in de Noorderhaaks, die door het Molengat van de aan Texel vastgegroeide Onrust gescheiden is, en de smallere Zuiderhaaks, die door het Schulpegat van de duinkust bij Huisduinen is gescheiden. De Razende Bol...