Gepubliceerd op 04-12-2017

grondschaaf

betekenis & definitie

grondschaaf - Zelfstandignaamwoord
1. (gereedschap) een schaaf met een op diepte verstelbare beitel, om een uitgebeitelde bodem glad te schaven
De timmerman stelde zijn grondschaaf in op de gewenste diepte.

Woordherkomst
samenstelling van grond en schaaf

Synoniemen
horletoet, oudewijventand, trappenschaaf

Verwante begrippen
bovenfrees, houtbeitel, heksentand, inkrozing, reischaaf, spookschaaf, zoetschaaf