Gepubliceerd op 04-12-2017

glad

betekenis & definitie

glad - Bijvoeglijk naamwoord
1. egaal, met geringe ruwheid, slipperig
Het oppervlak werd door slijpen glad gemaakt.
De ijzel maakte de wegen glad''.

Uitdrukkingen en gezegden
♦ Zo glad als een aal
iemand waarop je geen vat krijgt

Synoniemen
effen

Antoniemen
ruw
stroef