graaf - Zelfstandignaamwoord
1. persoon met een voorname bestuurlijke functie of titel
1. (verouderd) (vroege middeleeuwen) door de vorst aangewezen ambtenaar die het hoogste toezicht op de rechtspraak of een ander belangrijke activiteit uitoefent
2. (leenstelsel), (adel) edelman, erfelijk bestuurder van een graafschap; oorspronkelijk leenman van een vorst, één rang lager dan markies, naderhand steeds meer zelfstandig heerser
3. (adel) adellijke titel, niet meer verbonden aan een bestuurlijke functie
2. (verouderd) uitgegraven waterloop, gracht, greppel
graaf - Zelfstandignaamwoord
1. (verouderd) spade
graaf - Zelfstandignaamwoord
1. (wiskunde) (elektrotechniek) beschrijving van gegevens in de vorm van een verzameling punten, knopen genoemd, waarvan sommige verbonden zijn door lijnen, de zijden, kanten of takken
♢ Een elektrisch netwerk is een voorbeeld waar de theorie van de gerichte grafen kan worden toegepast.
graaf - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van graven
♢ Ik graaf
2. gebiedende wijs van graven
♢ graaf!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van graven
♢ graaf je?
Woordherkomst
[bestuurlijke functie of titel] van het Middelnederlandse woord grave of greve; vergelijk middeleeuws Latijns graffio
[gegraven waterloop] van het Middelnederlandse woord grave; afgeleid van graven (werkwoord)
[spade] afgeleid van graven (werkwoord)
[wiskundige beschrijving gegevens] van Oudgrieks γραφή (grafè) "tekening"
Synoniemen
grafe
Verwante begrippen
knoop|knopen, knooppunt|knooppunten, vertix|vertices, tak|takken, edge|edges, maas|mazen, boom|bomen, maasstromen, knoopspanningen, netwerktheorie
Gepubliceerd op 04-12-2017
graaf
betekenis & definitie