gapen - Werkwoord
1. (inerg) heel diep inademen met de mond ver open, moeilijk om bewust tegen te gaan
♢ Hij moest gapen en trok een gek gezicht bij zijn poging het te onderdrukken.
2. met open mond vol verwondering ergens naar kijken
♢ Zij stond te gapen bij dat bizarre monument.
3. wijd openstaan
♢ Er gaapte een diepe wond in zijn arm.
gapen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gaap
Synoniemen
[1] geeuwen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: