Gepubliceerd op 13-11-2017

droogloop

betekenis & definitie

droogloop - Zelfstandignaamwoord
1. een overdekte gang tussen twee gebouwen
Een droogloop van de Nieuwe Kerk naar het Paleis op de Dam in Amsterdam voor de bruiloft van Willem-Alexander en Maxima.

droogloop - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooglopen
♢... dat ik droogloop