Gepubliceerd op 13-11-2017

doortocht

betekenis & definitie

doortocht - Zelfstandignaamwoord
1. het door een plaats, rivier of gebied trekken zonder dat deze plaats, rivier of dat gebied de reisbestemming is
Het begint al in het vliegtuig. ‘It’s time to rest and dream of an Icelandair Stopover’ staat er op de antimakassar van de stoel. Beetje overbodig, want als je daar zit, ben je dus al onderweg naar IJsland. En dat zijn nogal wat mensen de laatste tijd. Sinds een aantal grote airlines heeft ingesteld dat je zonder overstapkosten een paar dagen in IJsland kunt verblijven als je op doortocht bent, is de toeristenaanwas gestegen van 500.000 in 2010 tot een miljoen in 2014. Dit jaar verwacht men er 1,6 miljoen (vijf keer meer dan het land inwoners heeft), een stijging dus van nog eens 60 procent.

doortocht - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortochten
♢... dat ik doortocht
2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortochten
♢... dat jij doortocht
3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortochten
♢... dat hij doortocht

Woordherkomst
samenstelling van door en tocht

Synoniemen
doorgang, doorreis, passage