trekken - Werkwoord
1. (ov) voor het zwaartepunt van een voorwerp een kracht uitoefenen in een richting die ervan wegvoert
♢ Hij trok zijn gevallen fiets uit de modder.
2. (ov) een lijn aanbrengen
♢ Door twee punten kan een rechte lijn getrokken worden.
3. ergatief een lange tocht uitvoeren
♢ Deze vogels trekken 's winters naar Zuid-Afrika.
4. aandacht opwekken
♢ Deze tentoonstelling trok erg veel publiek.
trekken - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord trek
Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=1
iemand over de streep trekken|
Synoniemen
[4]: aantrekken, interesseren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: