dood - Zelfstandignaamwoord
1. (biologie), (medisch), (palindroom), (religie) de toestand na het leven
♢ Vele mensen vrezen de dood.
2. (letterkunde) skeletvormige figuur met zeis die bovengenoemde toestand personifieert en op zoek is naar het volgende slachtoffer
dood - Bijvoeglijk naamwoord
1. niet meer levend
♢ Onze dode kat werd waardig begraven.
dood - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doden
♢ Ik dood
2. gebiedende wijs van doden
♢ dood!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doden
♢ dood je?
Antoniemen
leven
levend
Verwante begrippen
sterven, heengaan, overlijden, sterfgeval, verscheiden, dode, doden, afgestorven, overleden, doods, des doods
Gepubliceerd op 13-11-2017
dood
betekenis & definitie