Gepubliceerd op 13-11-2017

doelloos

betekenis & definitie

doelloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder te weten waartoe iets dient of waar men heen wil
En zo begon zijn doelloze zwerftocht, die hem uiteindelijk naar de westkust zou voeren.
Ook, of misschien wel juist, met doelloos rondzwerven kun je ergens komen.

Woordherkomst
Afgeleid van doel met het achtervoegsel -loos