dictee - Zelfstandignaamwoord
1. een tekst die wordt gedicteerd en door andere personen wordt opgeschreven als toets in het correct spellen
♢ Ieder jaar is er een groot dictee op de televisie.
♢ A.F.Th. van der Heijden, winnaar van de Constantijn Huygens-prijs en de P.C. Hooftprijs, is dit jaar de auteur van het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Hij treedt daarmee in de voetsporen van onder anderen Lieve Joris (2015), Bart Chabot (2014) en Kees van Kooten (2013).
dictee - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dicteeën
♢ Ik dictee
2. gebiedende wijs van dicteeën
♢ dictee!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dicteeën
♢ dictee je?
Gepubliceerd op 13-11-2017
dictee
betekenis & definitie