dialect - Zelfstandignaamwoord
1. (taalkunde) een taalvariëteit met onderscheidende grammaticale, fonologische en andere kenmerken
♢ Ook het Surinaams-Nederlands is een dialect van het Nederlands.
2. een niet-standaard taalvariëteit
♢ Het Nederlands kent verschillende dialecten.
Woordherkomst
afgeleid van het Griekse 'légein' (spreken) met het voorvoegsel dia-
Verwante begrippen
tongval
Gepubliceerd op 13-11-2017
dialect
betekenis & definitie