Nederlands

betekenis & definitie

Nederlands - Zelfstandignaamwoord
1. (taal) een Germaanse taal die gesproken wordt in Nederland, Vlaanderen, Suriname en op de Nederlandse Antillen en Aruba
♢ Voor Duitssprekende mensen is het Nederlands vaak een makkelijk te leren taal.

Nederlands - Bijvoeglijk naamwoord
1. (demoniem) met betrekking tot Nederland of de Nederlandse taal

Woordherkomst
Afleiding van Nederland met het achtervoegsel -s.

Verwante begrippen
Hollands