boord - Zelfstandignaamwoord
1. (m) (n) (scheepvaart) het dek van een schip
2. (m) (n) de verbrede bovenrand van een hemd rond de nek
3. (m) oever
4. (m) rand
boord - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boorden
♢ Ik boord
2. gebiedende wijs van boorden
♢ boord!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boorden
♢ boord je?
Uitdrukkingen en gezegden
♦ aan/van boord gaan
het schip betreden/verlaten
♦ dat boordje moet nog gesteven
♦ kantje boord
iets dat nog maar net goed ging
♦ iets goed aan boord leggen
iets moeilijks oplossen
Verwante begrippen
band, halsboord, kant, kraag, rand, zoom
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: