bits - Bijvoeglijk naamwoord
1. kortaf en scherp, boos, onvriendelijk
♢ - Die medewerkster geeft altijd bitse antwoorden tegen haar collega's.
♢ - De Mamils komen! Door de zachte winter zijn al veel mamils te signaleren. Een mamil is een ‘middle-aged-man-in-lycra’ en vooral de fietsende variant is een bron van irritatie en risico voor de verkeersveiligheid. In het afgelopen weekend werd ik twee keer onbeschoft door een mamil toegesproken, op autoritaire en bitse toon: „Ga rechts rijden!” en: „Heb je geen oren in je hoofd!?”
bits - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bit
Verwante begrippen
bitten
Gepubliceerd op 30-10-2017
bits
betekenis & definitie