Gepubliceerd op 10-11-2017

bij

betekenis & definitie

bij - Zelfstandignaamwoord
1. (insecten) Apis mellifica, een benaming voor diverse insecten, in het bijzonder de honingbij
Bijen zijn heel nuttige dieren voor de landbouwers en de fruittelers.
2. een bezige bij: iemand die heel ijverig is

bij - Bijwoord
1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
bijwerken: hij werkte alle bestanden bij.
2. prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord
erbij: hij heeft er weinig bij op te merken.
3. op het actueel|actuele punt, op gelijke hoogte
Jan was weer bij met de rest van de klas.
4. met bewustzijn (met als antoniem bewusteloos)
Na een lange tijd kwam de dronken man weer een beetje bij.

bij - Voorzetsel

Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: bi
Oudernederlands: bī
Germaans: *bi

Verwante begrippen
dar, koningin, hommel, wesp