bezopen - Bijvoeglijk naamwoord
1. bijzonder dronken
♢ De bezopen automobilist veroorzaakte een ernstig ongeval.
2. bijzonder onzinnig
♢ Wat een bezopen maatregel hebben ze daar in Brussel nu weer bedacht!
bezopen - Werkwoord
1. meervoud verleden tijd van zich bezuipen
♢Wij bezopen ons
♢Jullie bezopen je
♢Zij bezopen zich
2. voltooid deelwoord van bezuipen
Woordherkomst
voltooid deelwoord van bezuipen maar met een klinkerwisseling ui-oo (/ʌʏ/ - /oː/)
Gepubliceerd op 10-11-2017
bezopen
betekenis & definitie