beer - Zelfstandignaamwoord
1. (zoogdieren) een groot viervoetig zoogdier uit de familie Ursidae van de roofdieren
♢ De grizzly beer is helemaal geen vriendelijke teddybeer.
2. (veeteelt) een mannelijk varken (Suidae)
♢ MOEDER, moeder, de beer is los,<br>Hoor dat dier eens brullen!<br>Snijd hem neus en oren af,<br>Dan hebben we wat te smullen
3. (zoogdieren) een mannelijke cavia
4. de inhoud van een aalput
♢ De beer stonk vreselijk.
5. (bouwkunde) een gemetselde dam in een vestinggracht die het water in de gracht scheidt van zout of sterk stromend water van de zee, meer of rivier waaraan de vesting gelegen is.
♢ De beer werd voorzien van een spitse rand, de zgn. ezelsrug. met daarop monniken of poppen om het oversteken van de gracht praktisch onmogelijk te maken.
beer - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beren
♢ Ik beer
2. gebiedende wijs van beren
♢ beer!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beren
♢ beer je?
Synoniemen
[4] drek, fecaliën, poep, stront
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: