amplitude - Zelfstandignaamwoord
1. (natuurkunde) (elektrotechniek) de grootte, of sterkte, van een trilling. Dit kan een mechanische trilling zijn van bijvoorbeeld een snaar van een harp, of de daardoor ontstane geluidsgolf, of van enig ander periodiek verschijnsel
Woordherkomst
uit het Latijn
Gepubliceerd op 17-10-2017
amplitude
betekenis & definitie