Gepubliceerd op 31-10-2017

afzondering

betekenis & definitie

afzondering - Zelfstandignaamwoord
* het afzonderen; het vrijwillig of (nood-)gedwongen verbreken, of verstoken zijn van contacten/verbindingen zoals bij:
2. (geologie) een bestaan in een geïsoleerd leefgebied
Er zijn in Zuid-Amerika nog altijd stammen die in grote afzondering leven.
3. (veeteelt) het uit elkaar houden van dieren
De afzondering werd niet goed gehandhaafd waardoor de twee dieren snel weer met elkaar konden vechten.
4. (psychologie), (juridisch), (medisch)een gedwongen verblijf in eenzaamheid vanwege gedragsproblemen, besmettingsgevaar enz.
Hij moest vanwege zijn gedragsstoornis jarenlang in afzondering leven.
5. (sociologie)het beperkt raken van contact door lichamelijke of geestelijke gebreken, voorspoed of financiële tegenslag, familieomstandigheden enz.
Zij leeft in afzondering nu de familie niets meer met haar te maken wil hebben.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van afzonderen met het achtervoegsel -ing.

Synoniemen
afscheiding, isolering, isolatie

Antoniemen
contact, communicatie, verbinding, menging, nivellering, bijeenkomst, samenzijn, samenvoeging, doorstroming

Verwante begrippen
afscherming, quarantaine, separatie, apartheid, onderscheiding, buitensluiting, uitsluiting, opsluiting, afsluiting, excommunicatie, uitbanning, eenzaamheid, hechtenis, gevangenis, isoleercel, grens, afrastering, blokkade, boycot, eiland