afkorting - Zelfstandignaamwoord
1. (taalkunde) algemeen: het inkorten van een woord of een frase
♢ Hij schreef dat woord op als een afkorting.
2. (taalkunde) in het bijzonder: een aanduiding van een woord of een woordgroep door een beperkt aantal letters, dat als het gehele woord of woordgroep wordt uitgesproken
♢ Ir. is de afkorting voor ingenieur en n.a.v. is de afkorting voor naar aanleiding van.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van afkorten met het achtervoegsel -ing.
Uitgelicht
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 1.651 anderen in!