ader - Zelfstandignaamwoord
1. (anatomie) een vat waardoor zuurstofarm bloed vanuit de weefsels naar het hart beweegt
♢ De holle aders zijn de grootste aders van het menselijk lichaam.
2. (mijnbouw) een langgerekt lichaam erts te midden van het gesteente
♢ Na lang graven vonden de mijnwerkers een ader met een hoog goud gehalte.
3. bochtige, kronkelige streep in hout (nerf), marmer etc.
♢ Helaas liep er een grote ader door het marmer waardoor het minder waard was.
4. (elektrotechniek) een met een isolerende stof omgeven geleider in een kabel
♢ Om de terminals op de computer aan te sluiten was er in het gebouw 10-aderig kabel aangebracht en om het nu niet te makkelijk te maken waren ze allemaal van dezelfde kleur.
ader - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aderen
♢ Ik ader
2. gebiedende wijs van aderen
♢ ader!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aderen
♢ ader je?
Woordherkomst
uit het Middelnederlands
Synoniemen
[1] vene
Antoniemen
[1] slagader
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: