Gepubliceerd op 31-10-2017

achterlijk

betekenis & definitie

achterlijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. achterstand vertonend in de ontwikkeling (met denigrerende bijklank; meest gezegd van een persoon, kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn)
De jongen had vergrote amandelen en daardoor had hij een achterlijk uiterlijk terwijl hij toch heel slim was.
2. (scheepvaart) van achter komend
3. (bij uitbreiding) afkeurenswaardig, laakbaar
Dat is een achterlijk gebruik dat misschien vroeger nog acceptabel was maar nu zeker niet meer.
Op een smerige en achterlijke manier.

achterlijk - Zelfstandignaamwoord
1. (scheepvaart) de lijn (lijkentouw) die aan de achterkant van een zeil vastgemaakt is bij een zeilschip

Woordherkomst
Afgeleid van achter met het achtervoegsel -lijk

Antoniemen
voorlijk

Verwante begrippen
achterlijkheid, onderlijk, voorlijk, bovenlijk