Gepubliceerd op 31-10-2017

accuraat

betekenis & definitie

accuraat - Bijvoeglijk naamwoord
1. met grote nauwgezetheid uitgevoerd
Dat is geen accurate weergave van de gang van zake.
2. (statistiek) (in hoge mate) vrij van systematische fouten
Deze meting is weliswaar accuraat, maar niet erg precies omdat de willekeurige fouten vrij groot zijn.
3. (psychologie) nauwgezet en precies als karaktereigenschap van een persoon
De dwangmatige vrouw zou je natuurlijk ook accuraat kunnen noemen.
Deze man is én heel accuraat én heel flexibel, want hij weet zich altijd tot de kern van de zaak te beperken.