Gepubliceerd op 31-10-2017

aangrenzend

betekenis & definitie

aangrenzend - Bijvoeglijk naamwoord
1. rechtstreeks grenzend aan iets anders
Het huis bestaat uit lange gangen met aangrenzende vertrekken.

aangrenzend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vanaangrenzen

Woordherkomst
Voltooid deelwoord van aangrenzen.

Synoniemen
aanliggend, aanpalend, belendend, naastgelegen, naburig