Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 02-08-2017

geeuwhonger

betekenis & definitie

(de) SP - door te weinig eten en plotselinge honger een fysieke klap krijgen, waarbij de lijder herhaaldelijk de mond krampachtig wijd opent en met geweld sluit, schijnbaar als uiting van honger (gewoonlijk is het echter een gevolg van overmatige gevoeligheid van de maagzenuwen), bv. na de musette te hebben gemist bij de ravitaillering, syn. hongerklop, fringale.

• De enigen die niet meewerkten waren de Parijzenaar Kléber Piot, die met André Brulé een ploeggenoot voorop had, en Gup Lapébie die getroffen was door de beruchte ‘fringale’, de geeuwhonger, en al zijn wilskracht nodig had om niet te hoeven lossen. (MASOT)

Herkomst: volksetymologische vervorming van gahonger, dat terug te voeren is op Mnl. ga (snel handelend, iem. onverhoeds overvallend), - gauw + honger