PAP. Afdak van takken of van maïsstokken, als schuilplaats voor vee en als bergplaats voor karren; wachthut op afgelegen akkers.
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië
Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)