Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Nasua

betekenis & definitie

Geslacht van Roofdieren, behooren tot de Familie der Procyonidae (zie CARNIVORA) aldus geheeten naar den eenigszins verlengden, naar boven gerichten en dus in het oog vallenden neus. Ook de nederlandsche naam, Neusbeer, wijst daarop; AROW. Kibihi, N.E. Kwassi-Kwassi. Nasua behoort tot de weinige Roofdieren, welke in troepjes leven (8-20).

Men vindt hen in de bosschen, snuffelende naar vruchten, insekten en eieren, zoowel in de boomen als op den grond. Lichaam gestrekt; staart lang; kleur grijs-bruin; hals en buik geel-rossig; staart grijs en geel geringd. Er leven in Amerika twee soorten; de Surinaamsche soort schijnt N. rufa te zijn.