Ag. Kweriman, KAR. en N.E. Fam.
Mugilidae. Kustvisch. Verspreiding: van Cuba tot Patagonië, algemeen in West Indië, Suriname en langs de kusten van Brazilië. De oogen aan den voor- en achterkant met een vlies bedekt. Op den rug twee korte vinnen. De staartvin diep gevorkt.
De rug donker gekleurd, de onderzijde zilverachtig. Langs iedere rij schubben eene donkere streep. Voedt zich met dierlijke stoffen, uit den modder. Wordt twee voet lang en springt soms tot zes voet hoog uit het water. Wordt door velen voor de lekkerste visch in Suriname gehouden. Van de eieren maakt men in sommige landen botargue, een gerecht dat eenige overeenkomst heeft met kaviaar. Mugilsoorten worden in het Papiamentsch Aalder genoemd.
